Reisverslagen

//Reisverslagen

Juli 2011, Diaconale Jongerenreis Goes – Nagybereg

Een ervaring die mij de rest van mijn leven dierbaar zal zijn………

Een groep jongeren van de Maranathakerk in Goes wilde dit jaar de vakantie eens op een andere manier besteden. Zij organiseerden een diaconale werkvakantie naar een project van de Stichting Gipsy Mission, in het plaatsje Nagybereg in Zuidwest Oekraïne. Het zou een zeer bijzondere tijd worden. Vele onuitwisbare indrukken, zeer indrukwekkend en soms schokkend. Doordat Monika, één van de begeleiders, de Hongaarse taal beheerst, kon er écht contact met de zigeuners worden gemaakt. Iets wat heel bijzonder is, want niemand wil contact met hen, ze worden buitengesloten. Deze jongeren konden met hen praten, spelen, werken, eten, lachen, huilen,…….

Voorbereiding

Maar eigenlijk begon de reis al in maart. De Zeeuwse jongeren wilden niet met lege handen aankomen. Zij besloten een bijdrage te leveren aan het nieuwe multifunctionele gebouwtje dat door Gipsy Mission wordt gebouwd. Dit gebouwtje zal heel belangrijk worden voor de zigeunerkinderen. Het zal hen in staat stellen onderwijs te volgen, waardoor zij een betere kans op een plaats in de maatschappij zullen krijgen. Ook tal van andere activiteiten voor en door zigeuners kunnen hier plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld cursussen en kerkdiensten. Rondom de kavel van dit nieuwe gebouw moet een hek geplaatst worden. Deze jongeren besluiten dit hek bij te dragen én te plaatsen. Hiervoor is echter ca. € 5.000 nodig. Dit betekent vele acties zoals bijvoorbeeld broodjesverkoop op school, auto’s wassen, het verzorgen van paasontbijtjes, verkoop van suikerspin op Koninginnedag, een benefietmaaltijd, een veiling en nog meer activiteiten. Er wordt een mooi bedrag bij elkaar gebracht. Ook wordt er een kinderprogramma bedacht en uitgewerkt. Na alle voorbereidingen wordt uitgekeken vaar de vertrekdatum. Zie hieronder het reisverslag.

vertrek

Op vrijdagavond 8 juli vertrokken wij vanaf de kerk in Goes, om koers te zetten richting Oekraïne. Voor de meeste deelnemers was dit een totaal nieuwe ervaring. Enkelen waren ook vorig jaar mee geweest. De ervaringsdeskundigen praten de nieuwelingen onderweg alvast wat bij. Nagybereg ligt in het Hongaars sprekende deel van de Oekraïne, wat ook wel Transkarpatië wordt genoemd. Een overwegend agrarisch gebied met veel werkloosheid en dientengevolge ook veel armoe. Voor de in dit gebied levende zigeuners geldt dit dus ook, maar dan in meervoud. De zigeunergemeenschap van Nagybereg wordt door een vallei in 2 delen gesplitst, een zeer arm deel en een nog armer deel. Tussen deze 2 delen in zal het nieuwe Multi functionele centrum verrijzen. Hier gaan de jongeren aan de slag om een schoolhuis voor de kinderen te bouwen. Maar ook om de liefde die God geeft te delen met de kinderen en hun ouders.

Na een voorspoedige reis komen we op zaterdagavond, rond een uur of 7, op de plaats van bestemming aan. Een goed huis, geschikt voor huisvesting van groepen. Eigendom van een kerkelijk opleidingscentrum. Verder is Nagybereg een klein plaatsje. Met de auto ben je er in enkele minuten doorheen.

Op zondagmorgen bezoeken we de kerkdienst in de Reformed Church, waar we door een kerkenraadslid worden verwelkomd. In de kerk staat de airconditioning aan, het is er lekker koel. Na de kerkdienst is er een snelle lunch in het logeerhuis. ’s Middags staat een bezoek aan de zigeunerdienst op het programma.

Bij de zigeuners

Om in het zigeunerkamp te komen moet er een wandeling gemaakt worden van ongeveer 15 minuten. Het kamp ligt buiten het burgerdorp. We herkennen het eerste jongetje dat we tegen komen, maar het wordt niet de dramatische hereniging waarop we gehoopt hadden: Ruslan geeft geen blijk van herkenning, maar geeft wel een hand. Bij de kleine hutjes van de zigeuners wordt een openluchtdienst gehouden, geleid door zigeunerpastor Ferenc Homoki. Hij leidt het Gipsy Mission project in Nagybereg. Het is ontzettend warm in de zon. Wij zingen tijdens de dienst enkele liederen. Na de dienst lopen we naar de vorig jaar gebouwde speeltuin. Hoera, met uitzondering van de autobandschommels en wipkip staat alles er nog. De kinderen laten zien welke kunstjes ze er allemaal op kunnen. Onze gymleraar Wouter is onder de indruk, en zeer in zijn nopjes. De dag eindigt met een even prachtig als beangstigend onweer.

Werken

Op maandag kunnen wij dan eindelijk los. Werken, dat was waarvoor wij gekomen waren! Een deel van de groep gaat in een temperatuur van ca. 35 to 40⁰ een sleuf voor het hek graven. Liters zweet dropen op de droge en harde bodem van de heuvel. Een ander deel gaat in de vorig jaar aangelegde speeltuin met onderhoudswerkzaamheden aan de slag. Na één dag klussen kunnen de toestellen er weer een jaartje tegen.

Kinderwerk

De rest van de groep gaat naar de school in het ‘burger’-dorp om daar met de zigeunerkinderen te spelen. In het begin leek het of er bijna niemand zou komen. Maar plotseling kwamen er horden kinderen aangerend. Wat waren ze enthousiast. Klapspelletjes met de meiden, voetballen, volleyballen met de jongetjes, geweldig allemaal. Monika las een verhaal uit de Hongaarse kinderbijbel voor. Het verhaal van de schepping. Kinderen mochten er plaatjes bij zoeken. Het was erg geslaagd, en de kinderen kunnen haast niet wachten om morgen weer te komen.

De volgende dag gaat er weer een schepploeg aan de slag op de heuvel. Om beton in te storten waar het hek in kan worden geplaatst, moet er eerst een greppel van 65 cm diep worden gegraven. Ondanks de hitte worden er goede vorderingen gemaakt. Uit de zigeunergemeenschap hebben we een nieuwe helper gekregen. Naast David en enkele speelse aangevers zagen we vandaag Istvan op de bouwplaats ijverig kruiwagens op en neer rijden. Dat eigen initiatief is precies het doel van het gezwoeg op de bouwplaats. Natuurlijk we hebben een gebouw om overeind te zetten, maar met het creëren van werk en door een voorbeeld te zijn moeten we deze jongens aan de slag zien te krijgen. Je ziet ze dingen leren. Praktische zaken als; hoe gebruik ik de meetlat, en hoe kunnen we efficiënt werken? Ik liet Istvan het plan zien voor het hek met een paar dikke potloodlijnen en wat afmetingen. Even een plankje illustreren tussen twee palen op kaal betonwerk en ik hoop dat hij weer wat geleerd heeft!

Ook de kinderwerkers hadden over belangstelling niet te klagen. Na het verhaal over Noach gaan ze tijgermaskers en slangenslingers maken. De zigeunerkinderen weten niet hoe ze moeten knippen, weten niet wat een schaar is. Al spelende leert men. En spelen hebben ze nooit geleerd.

In de middag, na het ochtendprogramma, kwamen de zigeunerkinderen op de bouwplaats kijken. De wat oudere kinderen gingen ons helpen. Natuurlijk gaven we ze aandacht, wat ze zichtbaar leuk vonden. Toen de avond naderde waren er al voorzichtig vriendschappen gesloten. We werden uitgezwaaid door een hele groep zigeunerkinderen.

Kleding

Een derde groep hield zich die dag bezig met kleding sorteren. De afgelopen winter zijn er vanuit Goes tientallen verhuisdozen met kleding verzonden naar Nagybereg. Het is de bedoeling dat deze kleding gedistribueerd wordt onder de zigeuners. We hebben deze morgen van alle kinderen naam, geslacht, lengte en woonplek genoteerd. Omdat de kinderen die in het benedenkamp wonen het allerarmst zijn, maken we wel een onderscheid. De kledinggroep heeft voor elk opgeschreven kind een plastic tasje gemaakt met daarin passend ondergoed, shirts, een broek of rokje en jurkje en een dikke trui. Ze zijn ontzettend blij en houden hun pakketje kleren vast alsof het breekbaar is. De kleding wordt gedragen. De meisjes dragen een hemd als een iets te kort jurkje. De kleine maten zijn helaas onvoldoende aanwezig. Juist in deze maten is er veel vraag. Er zijn zoveel kinderen die te klein blijven door ondervoeding. Alle XXL-maten zijn hier overbodig. Jurken in S, of 36/38, kleine broekjes en rokjes zijn hier nodig. Ook schoentjes en slippers zouden wij zo graag willen uitdelen maar we hebben dat helaas niet.

Soms levert het kleding uitdelen ook de nodige discussie op. Wij hebben alleen namen en maten van de kinderen die aan het kinderprogramma deelnemen. Monika legt keer op keer geduldig uit dat alle kinderen kleding kunnen krijgen, maar dat er dan wel van ze verwacht wordt dat ze aan het kinderprogramma deelnemen. Sommige moeders houden vol dat ze denken dat er voor hun géén kleding zal zijn. Sommige vrouwen hebben géén man die kan werken bij de bouw. Anderen hebben kinderen die te jong zijn voor het kinderprogramma. Zij vallen tussen wal en schip. Natuurlijk zoeken hiervoor een oplossing. Zo brengen deze moeders hun kleine maar ook grote zorgen bij Monika. We merken dat de zigeunervrouwen het fijn vinden om met Monika te praten. Als een soort moeder in Israël probeert zij invoelend te adviseren en vooral te luisteren. Na al die ‘Gipsy Mission mannen’ uit Nederland eindelijk een Nederlandse vrouw die hun taal spreekt. Ook blijkt dat de zigeunervrouwen heel constructieve ideeën hebben over het multifunctionele gebouw en over de speeltuin. Misschien moet de Gipsy’s Girl’s power veel beter benut gaan worden.

De gezinspolitiek in Oekraïne speelt voor de zigeunermensen een belangrijke rol. Door financiële maatregelen probeert de overheid de geboorte van een nieuwe generatie te stimuleren. Bij de geboorte van een kind ontvangt men jaarlijks een voor hun doen behoorlijk bedrag. Alleenstaande moeders ontvangen je een extra toeslag. Dit is volgens de burgerdorpelingen de reden dat zoveel zigeunervrouwen als alleenstaand zijn geregistreerd.

de wasstraat voor zigeunermeisjes

Iedere werkdag worden de taken verdeeld. Werken op de bouwplaats, kleding sorteren en kinderwerk. Het kinderprogramma zit steeds goed in elkaar: Monika vertelt het verhaal uit de Hongaarse kinderbijbel, de kinderen luisteren geboeid. Daarna de verwerking met een knutselwerkje. Buiten zijn Wouter en Chai weer lekker aan het voetballen met de grote jongens. Het was leuk om te zien dat een paar kinderen hun nieuwe kleren aan hadden. De kinderen zijn erg vies, hun haar lijkt soms op stro. Het haar klit in elkaar. Na het ochtendprogramma met de kinderen ontstond het idee om een wasstraat te houden. Als wij als groep auto’s kunnen wassen dan is er meer mogelijk. We zouden dit keer geen auto’s, maar meisjes wassen.

Met Monika, Jos, Christa en Rachel kwam het plan tot verdere uitwerking. We zouden cementkuipen met water vullen, en er sop in doen. Onze meiden zouden met z’n allen zigeunermeisjes gaan wassen, terwijl de mannen met de zigeunerjongetjes zouden gaan voetballen bij het speelterrein. Zo gezegd, zo gedaan. Op het schoolplein werd een complete wasstraat ingericht. Alles werd klaargezet, er was babyshampoo ingekocht, wegwerpwashandjes, borsteltjes, elastiekjes, speldjes, en bellenblaasjes. In de school lagen nog slingers. We hingen ze op aan de voorkant van de school, en met roze stoepkrijt maakten we hartjes en bloemen op het plein. Het zag er zo feestelijk uit, met al het sop, en de bellen, en de sponsjes. Er was zelfs nagellak. Alles werd klaargezet op een tafeltje naast een paar ‘kapstoeltjes’. We waren helemaal klaar voor de storm…

Onze jongens waren naar het dorp gelopen om de jongens te halen voor het voetballen. Als ze onderweg meisjes tegenkwamen, zouden ze hen doorsturen naar school voor een girls-party. Monika had aan een paar oudere meisjes uitgelegd wat de bedoeling was. Na een half uur wachten, had het team van het wassen bijna de moed opgegeven, toen opeens hoop aan de horizon gloorde. Een enorme stoet meisjes en vrouwen kwam vanuit het zigeunerkamp aangelopen. Nu ging het echt beginnen.

Eerst begonnen we met een spelletje in de kring, een roze spons-bal overgooien. Na een paar minuten wilden we eigenlijk wel gaan wassen, maar het voelde wel heel raar. Er waren jonge moeders meegekomen met hun dochtertjes, stel je voor dat ze het beschamend vinden. Of dat ze denken dat wíj hen vies vinden…. Behoorlijk onwennigheid dus. Gelukkig was daar Monika, die het een en ander uitlegde. De kleinste meisjes deden zonder zeuren hun kleertjes uit, en schaterden het uit in het koude sop. Even later volgden ook de grotere meisjes. En toen trokken ook die moeders al hun kleding uit! Wat een verkwikking op hun gezichten, bij het voelen van schoon water dat over hun plakkerige smerige huid stroomde. Wij wasten iedereen, het lichaam en het haar. Bij sommigen zaten we 20 minuten te soppen, puur om alle viezigheid aan te pakken. Het haar was smerig en vies! De babyshampoo was populair en ook de washandjes waarmee we ‘hoofd-schouders-knie-en-teen’ gingen doen waren een goed idee. De vieze kleren wasten wij in een aparte emmer en hingen we uit om te drogen. Uit de kledingschuur hadden we jurkjes en kleurige kledingstukjes meegenomen.

Na het wassen gingen we de haren kammen, wat ook een enorme klus was – wat een KLITTEN! – maar wat genoten die meiden ervan. We maakten knotjes, vlochten het haar in, deden speldjes aan de zijkant, en lakten de nageltjes. De meiden keken in de spiegeltjes op de achterkant van de borstels, en je zou hun gezicht moeten zien! Ze voelden zich mooi, schoon… Het waren prinsesjes, modelletjes. Ze veranderden ook een beetje: normaal gesproken staan ze in een soortement moedeloze houding, schoudertjes naar beneden, droevige blik in de oogjes.. Nu gingen ze rechtop staan, poseren voor de camera.. ze waren zo ongelofelijk dankbaar! Nooit eerder heb ik een jong volwassen vrouw zo intens zien genieten. Het is een schrijnend idee dat iemand van 20, een moeder van minimaal 3 kinderen met een totaal uitgeleefd uitgezakt lichaam haar jurk van zich af trapt, op haar knieën in een tobbe gaat zitten, en haar haren laat wassen door onze handen. Het sop wat over het gezicht droop viel totaal in het niet bij de uitdrukking van dankbaarheid en verkwikking wat van haar afstraalde. In het begin was er schuchterheid, maar toen ze doorhadden dat we het goed bedoelden en dat ze hier veilig waren, zonder mannen, was het geweldig. Op het eind van de middag, na de modeshow en de fotosessies waren alle meiden van ons er een beetje stil van geworden.

Die avond hadden we heel wat na te praten. Wat een indrukken, wat een ontroering. Het indrukwekkendste wat we tot nu toe hier hebben meegemaakt. Echt een ervaring waardoor we weten dat het goed is dat we hier zijn, en dat onze daden en onze liefde impact hebben. Echte impact. Ge-wel-dig.

gesprekjes in het kamp

Een volgende dag maken Monika en enkele anderen een wandeling over het zigeunerkamp. Gesprekjes met de vrouwen. Hier leren wij erg veel over wat er leeft in onder de zigeunerbevolking. Zo is er een kleine groep die de kerkdiensten bezoekt. Zij worden bespot door de zigeuners die niet gaan. Op dit moment helpen bij de bouw alleen de mannen die naar de diensten gaan. Hierover spreken we met Marinka Zolya. Haar schoonvader en haar man werken mee omdat ze weten dat het gebouw voor hen is. Zij zijn enorm gemotiveerd. De rest van de mannen zou alleen helpen als zij daarvoor geld ontvangen. Zij lachen de bouwmannen uit. De vrouwen denken dat een tuin bij het multifunctionele gebouw alleen werk zal bieden aan vrouwen die naar de kerk gaan.

Door een van de zigeunervrouwen, Izabella Marinka, worden wij gewezen op een heel schrijnende situatie. Aan de linkerzijde van de pomp staat een klein vervallen huisje. Hier woont Etus Kulcsar met haar 1,5 jaar oude zoontje en dochtertje van 3 jaar. Etus is 23 jaar oud. De kinderen zijn naakt. We ontmoeten ook haar man. Hij werkte steeds bij een boer voor 60 of 70 grivna (zo’n € 6) per dag. Bij het hooien hebben harde gedroogde grasstengels in zijn scheenbeen geprikt en dat is gaan ontsteken. Doordat de hygiënische omstandigheden slechter dan slecht zijn heeft hij weinig weerstand. Zijn been moest geopereerd worden en zit nu flink in het verband. Hij loopt hierdoor nu mank. Omdat de man van Etus niet kan werken, zijn ze nu alleen afhankelijk van de kinderbijslag, 800 grivna (ca. € 70) per maand.

We worden uitgenodigd in het huisje. Het bestaat uit één kamertje. Binnen staat een smallere tweepersoonsbed met vieze lappen en dekens. Verder is er geen meubilair binnen. In de hoek ligt een loopwagentje voor een kind. Er wordt ogenschijnlijk niets mee gedaan. In het huis is verder niets te zien van huisraad zoals potten en pannen. Er staat zelfs geen kachel. Op de grond liggen gebruikte lucifers en sigarettenpeuken. In de muur zitten allemaal muizenholletjes en grotere rattenholen. Bij de grond zijn er meer gaten ontstaan. Het licht schijnt erdoor naar binnen. Nog een paar regenbuien en het hele boeltje stort in elkaar. De buurman klaagt erover dat de ratten gewoon door het hutje lopen. Het is één grote miserabele ellende die eigenlijk niet te beschrijven is.

Etus Kulcsar zit buiten tegen de boom aan met haar zoontje op de arm en haar dochtertje naast haar. We proberen met haar in gesprek te komen. Ze is hier niet geboren. Omdat haar man nu niet werkt eet ze vandaag alleen gekookte rijst. Ze heeft wel een pan, ook al zien wij die niet. Ze kookt op een vuurtje voor de hut. De pan kan op twee stenen staan. Verder heeft ze niets en ze doet er ook niets meer voor. Ze is apathisch over de toestand. De kinderbescherming heeft al gedreigd dat de kinderen worden weggehaald.

Dan komt Roza Farkas een al wat ouder vrouw, aanlopen. Vanuit haar huisje loopt de stroomkabel naar de bouwplaats. Zij is diabetespatiënt. Ze leeft van een klein pensioentje. Ze hoopt dat ze een jurk zal krijgen van ons omdat ze helpt met de stroom. De kosten voor de stroom zullen sowieso vergoed worden. We zullen op zoek gaan naar een jurk maatje 44.

We komen bij het huisje van Sandor. Deze man is 36 jaar oud. Hij heeft 11 kinderen. De jongste telg is 5 maanden oud en ligt halfnaakt op een bed met wat vochtplekken onder zich. Hij of zij drinkt uit een flesje melk. Sandor maakt bezems die hij verkoopt. Sandor is ondervoed. Hij valt zo nu en dan om omdat hij een lage bloeddruk heeft doordat hij te weinig eet. Zijn zoon van 16 jaar is naar Rusland gegaan om geld te verdienen maar is daar bedrogen. Hij krijgt al maanden geen loon en kan nu niet naar huis komen. We vragen of we foto’s mogen maken. Sandor knikt gelaten. Er zijn al zoveel mensen geweest die foto’s wilden maken. Er was zelfs al eens een filmploeg uit Korea. Iedereen heeft gezegd dat ze wilden helpen maar tot nu toe gebeurt er niks. We vertellen dat wij bezig zijn om een school te bouwen voor zijn kinderen. Sandor kijkt wat voor zich uit. Drie kleine kinderen staan tegen hem aan en zijn bang voor de camera. Sandor heeft vandaag komkommers gekregen van een vriend. Die zullen ze vandaag eten.

Bij de mensen die buiten staan te wachten is een vrouw genaamd Maria Farkas. We moeten mee naar haar huisje. Binnengekomen trekt ze een doek aan de kant. Daarachter zit niet afgewerkte muur van leem. Ze zegt: ‘kijk eens hoe goed mijn huisje is!’ Binnen is het erg donker. Er staat een bedbank en een kastje met foto’s. Ze wil graag de foto’s laten zien van haar drie kinderen en kleinkind. In mei 2011 is haar man gestorven. Ze is nu erg eenzaam. In de buurt denken ze dat ze gek is en daarom is ze bang. Maria vertelt dat ze hartklachten heeft en er zit ook iets in haar hoofd dat niet goed is. Dan komt er een kind aanlopen met een baby op de arm. Dit is haar dochter van 15 jaar. Zij is nu al moeder. We vragen Maria wat ze vanavond eet. Het antwoord is onthutsend. Ze weet niet wat ze vanavond moet eten, ze heeft niets in huis.

De vrouwen vertellen dat ze graag zouden willen werken. Maar er is geen werk. In dit jaargetijde kunnen ze wat verdienen met paddenstoelen zoeken. Ze starten dan ’s morgens om 5 uur. Om 9 uur zijn de emmers vol. Dan ruilen ze de paddenstoelen voor een fles karnemelkachtige kwark, waarmee ze de kinderen kunnen voeden. Een enkele zigeunerman heeft een paspoort en kan naar Hongarije om te werken. Dat is dan ook gelijk te zien aan hun mooiere huisje. De vrouwen plukken wel fruit van een oude verwilderde boomgaard. Niet ongevaarlijk, want het wemelt er van de slangen. Ze zijn dan ook doodsbang. Ze zouden wel graag zelf een boomgaard willen onderhouden. Maar dan moet er wel een hek omheen, want door diefstal ben je zo van je fruit af. De tuin achter het nieuwe gebouw zou wel geschikt kunnen zijn. Het fruit zouden ze dan kunnen verkopen en de opbrengst verdelen onder alle medewerkers in de tuin. Dat moet dan wel eerlijk gecoördineerd worden. Misschien zou Ferenc hier een rol in kunnen spelen?

De andere grond rond het zigeunerdorp is niet erg vruchtbaar of eigendom van boeren. Om er wat mee te kunnen doen moet het eerst bewerkt en bemest worden. De vrouwen hebben echter geen gereedschap, geen zaad en geen mest. De mannen werkten vroeger veel in de steenfabriek, toen nog een staatsbedrijf. Door het slechte en verouderde machinepark zijn er erg veel storingen in de productie. Hierdoor worden er thans nauwelijks nog stenen verkocht. Doordat veel gezinnen permanent ondervoed zijn, zijn de mannen ook veel kwetsbaarder geworden, waardoor er erg veel ziekte is.

te gast bij de zigeuners

We worden door de zigeunergemeenschap uitgenodigd om ’s avonds op het sportveld spek te gaan bakken boven een kampvuur. De zigeuners willen het spek betalen, wij zullen zorgen voor koffie en frisdrank. Enkele zigeunerjongens zijn de hele dag bezig geweest met het snijden van stokken. We bakken spek en eten brood met spekvet, paprika, komkommer en drinken cola en water. Maria Farkas is er ook bij. Ik stop haar een halfje brood toe en nog een stukje spek. Ook Marinka Zolya en haar man Istvan zijn van de partij. Istvan heeft indrukwekkende triceps. Hij is een vaste werker bij de bouw. We kennen hem inmiddels goed. Hij is een betrouwbare sterke man. Hij en Zolya zijn een mooi koppel. Ze hebben twee kleine kinderen. Ook zie ik Etus Kulcsar komen met haar twee blote kindertjes. Ze luistert even naar het gitaarspel en dan loopt ze terug. Jammer dat ze niet wacht op het eten. Ze is erg schuw. Ik stop 4 met spekvet doordrenkte boterhammen in een zakje samen met een stuk spek. Straks ga ik even bij haar langs…….

Pas als de zigeunermannen en oudere jongens klaar zijn met eten mogen de vrouwen en de kinderen komen. Er is gelukkig meer dan genoeg. Er wordt gezongen en gestoeid. Iedereen heeft het naar zijn zin. Maria zit naast onze Christa en innig gearmd zingen ze liedjes bij de gitaar. Marcia heeft drie kleine kindertjes van Sandor op schoot. Tegen de regel in gaat Marcia tussen de mannen zitten en probeert de drie peuters te laten eten van het brood en het spek en de paprika. Eentje heeft geen honger of durft niet. De andere twee eten lekker door. Naast mij zit een man met de naam van zijn moeder op zijn arm. Zij overleed bij de geboorte van haar achtste kind. Zijn oudste broer stierf 7 maanden daarna door een ongeluk. Toch is het een positieve kerel. Hij verwacht veel van de bouw van het multifunctionele gebouw. Zijn kinderen kunnen straks leren schrijven en lezen. Daarmee hebben ze meer kans op een baan. Hij vertrouwt op God.

Als we naar huis gaan zijn we zeer blij en voldaan. Wat een mooie momenten hebben we met elkaar beleefd. Dan komen we langs het huisje van Etus Kulcsar. Ik vraag enkele meiden van ons om het zakje met brood en spek langs te brengen. Ik zeg ze vooral ook even naar binnen te gaan. De schok is groot. Op verdere de terugweg wordt vooral gehuild. Wij gaan eten. De tafels zijn gedekt met volle schalen want op een stukje spek met een vette boterham kun je niet leven. De tegenstellingen zijn deze dag groter dan alles wat we ooit eerder hebben gezien.

Openluchtdienst

De tweede zondag hebben we in de kerkdienst in het dorp een presentatie gehouden over onze missie. De dominee vond ons verhaal erg mooi. Wij hebben hem en zijn presbyters (de kerkenraad) daarom uitgenodigd om de daad bij het woord te voegen en diezelfde middag de openluchtdienst bij te wonen in het zigeunerkamp. Die middag melden de dominee, de hulppastor en drie ouderlingen zich in het zigeunerkamp. Dit was zowel voor Ferenc als voor de zigeuners heel verrassend, nog niet eerder vertoond. Ferenc leidt de dienst en de zigeuners doen hartstochtelijk mee. Hij vraagt hoe men de komst en werk van onze groep ervoer. Onze ‘Beer’ van de bouwput (Istvan) riep spontaan: “Een grote zegen van God!” Ik werd er stil van, tjonge. Noem het een dienst, noem het een samenkomst, het was puur. Samen, of om de beurt liederen zingen voor God geeft een warme verbondenheid.

Na de openluchtdienst ontstond een spontane sing-inn. De dominee en de hulppastor gingen rond met bekertjes cola en sinas en deelden koekjes uit. Ook voor hen was het een onverwachte en bijzondere middag. Het werd een plaats vol ontroerende ontmoeting. David, onze vaste hulp op de bouwplaats, kan aardig overweg met het oude keyboard dat in het huisje staat. Hij begeleid het gezelschap met het zingen van voor ons bekende melodieën. Verschillende talen en niet op elkaar afgestemde klanken, maar een lofzang omhoog. Je zag dat er diepe ontroering bij de vrouwen en kinderen. Wij konden dat met hen delen.

De laatste werkweek is aangebroken. Op de bouwplaats schiet het werk goed op. Het hek krijgt vorm. De bouwvakkers werken hard aan het gebouwtje. De buitenmuren en de binnenmuren krijgen al hoogte. Je kunt als het ware door de verschillende ruimten heenlopen.

In gesprek met ‘burgers’

De mensen in het burgerdorp weten precies wat er gaande is op de heuvel. Ze weten ons te vertellen dat er een ’templom’, een kerk wordt gebouwd voor de zigeuners. Drie jongens uit het dorp, waar we een praatje mee maken weten het zeker: Binnen het jaar zal het gebouwtje door de zigeuners zijn leeggestolen en gesloopt. Alle moeite zal voor niets zijn. Als wij, Hollanders, die zigeuners zo leuk vinden, dan moeten we hen maar op een vrachtwagen laden en meenemen naar Nederland.

We gaan het gesprek aan met deze jongens. Ze gaan op zondag naar de gereformeerde kerk in het dorp. We vertellen dat wij ook op zondag naar de kerk gaan. Wij zijn hier gekomen om de zigeuners te laten zien dat Jezus liefde ook voor hen is. Hij maakt geen verschil. We komen niet naar Nagybereg omdat we zigeuners ‘zo leuk vinden’ maar om hen te helpen. Zo hebben we vorig jaar een speeltuin aangelegd in het zigeunerkamp. Dat weten de jongens wel. Vorig jaar hadden de dorpelingen ook gezegd dat de speeltuin, direct ná ons vertrek, door de zigeuners verkocht zou worden als oud ijzer. Is dat gebeurd? Nee, sterker nog, de speeltuin staat er nog helemaal en er wordt iedere dag gespeeld. De drie jongens geven toe dat er in het dorp misschien toch wel wat vooroordelen zijn. De jongens vertellen dat er in het afgelopen jaar dingen aan het veranderen zijn, de zigeuners zijn ‘rustiger’ geworden. Komt dat door de speeltuin? Komt dat door de kerkdiensten? Zo gaat het gesprek nog even door. De drie burgerjongens krijgen van Monika een preek mee die hen nog wel even zal bezighouden. Zowel de zigeuners als de dorpelingen hebben wederzijdse vooroordelen. Onze aanwezigheid werkt door dit soort gesprekken naar beide kanten positief uit.

Afscheid

Omdat we op vrijdag zouden vertrekken, wilde de zigeunergemeenschap donderdagmiddag afscheid van ons nemen. Er was er een bijeenkomst georganiseerd naast de bouwplaats. Ferenc heeft een korte overdenking gehouden aan de hand van een Bijbelgedeelte. In Nehemia 2 gaat het over de herbouw van Jeruzalem. Een aantal van de gelovige zigeuners hebben zij-aan-zij gewerkt met ons, als broeders van hetzelfde huis. Het was een toepasselijk gedeelte en de verbondenheid met elkaar was voelbaar. Voor ons was het niet meer “de zigeuners” maar Istvan, David, Moni, Zolya, Maria en veel andere mensen met een naam, een gezin, een verleden en een toekomst.

Na het afsluitende gebed werden er diverse liederen gezongen. Daarna zijn er over-en-weer geschenken uitgewisseld. De zigeunerkerkgemeenschap had een sierbord met een Bijbeltekst voor ons gekocht. Moni, de vrouw in het gele hemd, heeft dat aan ons aangeboden. Van de kerkgemeenschap uit het burgerdorp kregen we een ingelijste geborduurde Bijbeltekst uit Galaten 5:22. “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.”

Na alle toespraakjes gingen we gezamenlijk koffie of fris drinken met lekkere koekjes. Wij hadden voor de gelegenheid nog een pak speculaasjes bewaard. Het was een mooie middag en een mooie afsluiting onze reis. Het gaashek (100 meter) was klaar, het latjeshek helaas nog niet. De indeling van het gebouwtje kreeg vorm, je kon in de kerkzaal staan, naar de keuken en naar de doucheruimte lopen. Iedereen was het er over eens dat de bouwplaats misschien wel de mooiste plek van de omgeving is. En dat niet alleen vanwege het prachtige uitzicht. Het is een huis van hoop voor de gemeenschap daar. Gelovig én ongelovig, iedereen is er van overtuigd dat dit gebouwtje hen kan helpen om verder te komen in de nu zo vaak uitzichtloze situatie. Een zigeunerman vertelde dat hij geen werk kan vinden omdat hij niet kan lezen en kan schrijven en niet kan rekenen. Hij hoopte dat zijn kinderen wel in staat zullen zijn om verder te komen, dankzij de nieuwe mogelijkheden die zich nu aandienen. Een huis van hoop! Hiermee aanvaarden wij de terugreis…..

De jongeren en ouderen van de diaconale jongerenreis Goes 2011.

Meer informatie kun je terugvinden op de website van http://www. missionering.nl/index.php?page=Welkom

Nog geen reacties.

Laat een reactie achter!

Uw emailadres zal niet gepubliceerd worden.